De meeste Nederlanders zullen op hun loonstrookje van januari een plus zien. Met name werkenden met een middeninkomen zien volgend jaar een hoger nettoloon tegemoet. Maar ook voor mensen die bijstand en AOW ontvangen valt het eerste loonstrookje van 2019 gunstig uit. Dat is dankzij een aantal aanpassingen die het kabinet in 2019 doorvoert.
Veruit de meeste werkenden gaan erop vooruit in hun eerste loonstrookje van 2019. Zij kunnen 1,0 tot 2,5% meer netto loon tegemoet zien in januari 2019 dan in december 2018. De verlaging van de inkomstenbelasting draagt daaraan bij, net als de verhoging van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Daardoor wordt werken meer lonend. Mensen met een middeninkomen gaan er het meeste op vooruit.
Uitkeringsgerechtigden en ouderen houden ook meer over in het nieuwe jaar. Mensen met een uitkering of AOW krijgen meer geld op hun rekening gestort omdat de uitkeringsbedragen met de inflatie meestijgen. Ook komen de bijstand en de AOW in 2019 netto hoger uit door de hogere algemene heffingskorting.
Ouderen met een hoger aanvullend pensioen zien de verlaging van de inkomstenbelasting in januari op hun loonstrookje. Ouderen met een klein aanvullend pensioen ontvangen in januari maximaal €3 minder van hun pensioenuitvoerder. Dat komt door een hoger belastingtarief in de eerste schijf. Daar staat echter €32 meer AOW per maand tegenover. Bij de belastingaangifte krijgen zij bovendien €178 meer ouderenkorting, waardoor per saldo minder belasting betalen.
Tegelijkertijd zullen de prijzen komend jaar ook stijgen. Zo neemt het lage BTW-tarief toe van 6% naar 9% en gaat de energiebelasting omhoog. Toch compenseert het hogere netto inkomen het stijgende prijsniveau voor de meeste huishoudens. Naar verwachting gaat 96% van de huishoudens erop vooruit. In doorsnee stijgt de koopkracht van huishoudens met 1,6% ten opzichte van 2018. Dat blijkt uit koopkrachtberekeningen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Vooral middeninkomens en gezinnen met kinderen zien hun koopkracht stijgen. Zo gaat een gezin dat anderhalf keer modaal verdient en kinderen heeft er 1,3% op vooruit. Dat komt enerzijds door het verlagen van de belasting op werken. Anderzijds neemt de kinderbijslag en de kinderopvangtoeslag toe, waardoor gezinnen beter af zijn.
Niemand kan natuurlijk precies voorspellen wat een nieuw jaar brengt. Niet alleen kabinetsbeleid, ook de ontwikkeling van de economie hebben impact op deze koopkrachtberekeningen. Maar als mensen een bonus krijgen, promotie maken, gaan samenwonen of hun baan kwijtraken, heeft dat een veel groter effect op de portemonnee van huishoudens. Die effecten zijn vooraf niet goed in te schatten, en zitten daarom niet in de koopkrachtplaatjes.